Herinnering aan onze overleden oud-leerkrachten
Featured

Herinnering aan onze overleden oud-leerkrachten

De afgelopen maanden zijn verschillende oud-personeelsleden van het Sint-Aloysiuscollege overleden. In aanloop naar 1 november willen we deze overledenen nog even in herinnering brengen met enkele warme woorden wat ze voor onze school hebben betekend.

 

Etienne Callewaert (29 september 1944 – 23 april 2024)

Op 30 april 2024 werd in Menen definitief afscheid genomen van Etienne Callewaert (79) die gedurende 33 jaar de leerlingen in de geheimen van de wiskunde onderdompelde.

 Etienne was ‘heel bijzonder, heel gewoon, gewoon een heel bijzondere man’, vertelt het overlijdensbericht van 23 april. Mensen die hem gekend hebben, kunnen dit enkel maar beamen.

Etienne vond zijn roots in Wervik op 29 september 1944. Na de lagere school kwam hij voor de eerste drie jaren van het middelbaar bij de Broeders in Wervik terecht. Daarna streek hij bij de Broeders van Sint-Jozef Kortrijk neer voor de studierichting Wetenschappelijke A. Een goede basis om daarna de licentie wiskunde in Leuven aan te pakken. Zijn eerste stappen in het lesgeven zette hij in Velm, in Zedelgem en Roeselare. Dan stond een jaar legerdienst op het programma.

Sociaal ingesteld als hij was, verkoos hij om als ontwikkelingshelper in Zaïre bij de Witte Paters in Bunia als leraar aan de slag te gaan.  In september 1971 stapte hij het Sint-Aloysiuscollege binnen. Gedurende 33 jaar doceerde hij ‘zware’ en ‘minder zware’ wiskunde aan de leerlingen uit het vierde, vijfde en zesde jaar. Hierbij wilde hij zeker onze jongeren geen saaie, voorgekauwde materie aanreiken. Integendeel, hij leerde hen zoeken naar oplossingen voor wiskundige vraagstukken; niet altijd volgens het boekje van de inspectie, en soms ook wel eens heel verward voor wie in de wiskunde niet zo goed thuis was. Maar kritisch leren denken en problemen ontrafelen vond hij belangrijker. “Waar een wil is, is een weg”, leerde hij zijn studenten. Een visie die ook zijn leven typeerde.

In de leraarskamer troffen we geen spraakzame collega aan, wel iemand die eenvoudig, rechtvaardig, kritisch, maar ook constructief aan het pedagogisch project en het schoolleven meewerkte. Niet te veel woorden verspillen aan wat minder belangrijk was en ook niet moeilijk doen als het niet nodig was. Maar toch wel heel loyaal naar collega’s en directie toe. Hij hield er vele  vrienden aan over. 

Op sportdagen en tal van andere activiteiten ontdekten leerlingen en collega’s de sportman en avonturier in Etienne. Hij hield van fietsen, kajakken, op trektocht gaan, tennissen en skiën. En dan waren er nog de avontuurlijke reizen zoals naar Afghanistan tijdens de grote vakantie.

In 2004 deed hij de collegeboeken dicht en kreeg hij meer tijd voor echtgenote Annie en de  kinderen Karen, Hanne en Jan. Hij ontpopte zich nog meer tot een echte familieman en ondertussen ook tot een grappige en gezellige opa voor die kleinkinderen die de familie Callewaert sterk uitgebreid hadden.

Zijn hele leven lang had Etienne met die sterke wilskracht vele obstakels overwonnen. Helaas moest hij, na een moedige strijd, zich overgeven aan die ene vijand die onoverwinnelijk bleek. Met pijn in het hart, maar toch ook met veel dankbaarheid namen familie en vrienden met volgende woorden van hem afscheid: “Alleen met jou zijn we compleet, jij bent er hoe dan ook nooit niet.”

(door oud-directeur Rita Verstraete)

 

Fernande Develter (7 oktober 1947 – 15 mei 2024)

Familie en vrienden namen op zaterdag 25 mei afscheid van Fernande Develter (76) in de kerk Sint-Jan den Doper op Ons Dorp in Menen. Enkele leerkrachten blikken even terug …

Fernande

Als taalminnares met zin voor perfectie en precisie zul je in de herinnering van menig oud-leerling en (oud-)collega voortleven. Je liefde voor taal etaleerde je reeds graag tijdens je middelbareschooltijd. Je nam deel aan menig concours en met succes! Zelfzeker ging je in Gent Germaanse studeren. Je koos voor Duits boven Engels, want je hield van logica en structuur in een taal.

Als leerkracht Duits streefde je bij de leerlingen – ondanks tal van onderwijsvernieuwingen in communicatieve richting en met zelfwerkzaamheid bij de leerling voorop – grammaticale perfectie na. Van aanmodderen en de ‘als het maar Duits klinkt-visie’ hield je niet. Je leuze was kennen vóór kunnen en als het moest met grammaticale drils tot het bij de leerlingen daagde. En de leerlingen namen je werkwijze in dank af. Die bood hen immers houvast. Ook ik (Annick) raakte als leerling begeistert door je liefde voor de Duitse taal en had honger naar meer.

Je liet ons als collega ook getuige zijn van jouw zin voor perfectie en stijl door de kaastafel jaar na jaar met bloemstukken feestelijk aan te kleden. Telkens weer verbaasde je ons met jouw artistieke kunnen, jouw tweede dada.

Je zei SAM in 2005 vaarwel, maar uit het oog betekende niet uit het hart. Je wou op de hoogte blijven van het reilen en zeilen op school, dus stond je erop om ons in vakanties ‘uit te horen’ in ruil voor een kopje koffie en een stuk taart (of twee).

Mooie herinneringen dus aan een prachtcollega en -lerares. We zullen je zeker niet vergeten!

(door leerkrachten Annick Decaestecker en Geertrui Vermoortele)

 

André Vanassche (1 oktober 1938 – 16 september 2024)

André Vanassche (85) werd op 1 oktober 1938 in Waregem geboren. Na zijn middelbare studies in de richting Latijn-Wiskunde studeerde hij af als licentiaat scheikunde. Toen zijn legerdienst erop zat, belandde hij in 1964 onder directeur Devloo in het Sint-Aloysiuscollege in Menen.

Zijn eerste opdrachten omvatten wiskunde en fysica. Maar hij ontpopte zich in de loop van zijn 35-jarige beroepsloopbaan als dé leraar scheikunde. Bij zijn pensioen in 1999 omschreven zijn collega’s wetenschappen hem als een ideale lesgever. Hij was klaar en duidelijk in de niet altijd even gemakkelijke materie. Daarnaast zorgde hij, volgens de leerlingen, regelmatig voor een komische noot tussen de ernstige leerstof. Hij straalde gezag uit en was niet bang om wat extra leerstof na de lesuren aan de leerlingen mee te geven. Er moest gewerkt worden.

Legde hij de lat voor de leerstof heel hoog, hij deed dit, als laboverantwoordelijke, ook voor preparatielokaal en chemieklas K2. De veiligheid en degelijke uitrusting van de labo’s waren prioriteit.  Was hij veeleisend omtrent stiptheid, orde, discipline en werkzaamheid bij de leerlingen, hij was dit ook naar zichzelf en naar collega’s toe. Ook de vijf directeurs waaronder hij functioneerde, hadden niet altijd een makkelijke klus aan zijn eisen. Maar ze konden altijd rekenen op zijn advies, steun,  medewerking en positieve insteek. Beginnende collega’s vonden bij hem een goede leermeester. Als lid van het LOC streefde hij naar optimale leer- en werkomstandigheden voor alle partijen.

Samen met zijn collega’s wetenschappen zorgde hij ervoor dat leerlingen bijzonder goed scoorden voor wetenschappen in het vervolgonderwijs en dat inspectie heel lovend was over de uitrusting van die wetenschapsklassen en aanpak van de betrokken mensen.

Zijn expertise werd aangevuld met zijn functioneren als examinator in de examencommissie vanaf 1987, zijn deelname in de stuurgroep chemie van het Eeckhoutcentrum gedurende zo’n twintig jaar en zijn medewerking aan de organisatie van de voorronde van de chemie-olympiade in de KULAK gedurende vele jaren. Enkele taken hiervan bleef hij na zijn pensioen verder uitvoeren.

In zijn vrije tijd ging zijn aandacht, naast zijn gezin en twee kinderen, o.a. naar Scapino, de tuin, lezen, tennis, ... Helaas liet zijn gezondheid hem de laatste jaren wat in de steek. Op 16 september moest hij zijn vele plannen opbergen. Op dinsdag 24 september werd in Moorslede definitief van hem afscheid genomen.

(door oud-directeur Rita Verstraete)

 

Luc Detailleur (23 januari 1944 - 19 september 2024)

Luc Detailleur (80) legde slechts een kort parcours af in SAM. Hij was aanvankelijk directeur van het PMS in Izegem (het huidige CLB) en vervulde ook afwisselend de functie van directeur en adjunct-directeur in verschillende scholen in Izegem en Ingelmunster.

Op 1 september 1995 werd hij door de inrichtende macht aangesteld als directeur van SAM. Hij volgde wijlen Agnes Matthys op die toen waarnemend directeur was.

Detailleur drukte zijn beleidsvisie als volgt uit: “Letterwoorden als BRT, WTV, ABC, SAM hebben een verwijzingsfunctie. Vaak betekenen ze op zichzelf niets, maar ze duiden een begrip, een realiteit, een organisatie aan. Voor wie ermee vertrouwd is, gaat een wereld open. Zo ook roept de term SAM een bepaalde inhoud op. Als leerling, leraar, oud-leerling, vriend of sympathisant van onze school kleur je dit begrip anders in. Je persoonlijke ervaringen met het Sint-Aloysiuscollege zijn hiervoor verantwoordelijk.”

“Niet voor niets, of is het toeval, vormt ons letterwoord SAM ‘Sint-Aloysiuscollege Menen’ ook de eerste letters van het woord samen. Het blijft een hoopvolle uitdaging om aan deze samenwerking mee vorm te geven.”

Na vier schooljaren nam de school al afscheid van haar directeur. Detailleur werd op 1 september 1999 opgevolgd door Rita Verstraete, de eerste vrouwelijke directeur van het college.

Op 19 september is Luc Detailleur overleden. Zijn echtgenoot, kinderen, kleinkinderen, familie, vrienden en oud-collega’s namen afscheid van Luc op 26 september in de Sint-Tillokerk in Izegem.

(door Xavier Coppens)

Featured

Oud-leerling Thijs Delrue kijkt in zijn boek nostalgisch terug op het jeugdvoetbal (en de ‘gouden jaren’ in het Sint-Aloysiuscollege).

Oud-leerling Thijs Delrue kijkt in zijn boek nostalgisch terug op het jeugdvoetbal (en de ‘gouden jaren’ in het Sint-Aloysiuscollege).

Thijs Delrue, alias de Koperen Kogel, schreef met zijn boek De memoires van een mislukte Messi vol passie en nostalgie over het jeugdvoetbal van vroeger (en nu). Hij beschrijft er op een wonderlijke wijze zijn jeugdjaren als voetballer en … zijn passage in het Sint-Aloysiuscollege in Menen. “Na een stroef begin ben ik er als het ware in een warm bad terechtgekomen met onvergetelijke activiteiten, fantastische leerkrachten en vriendschappen voor het leven,” verduidelijkt de 45-jarige zelfstandige auteur/journalist nu nog. Tijd dus voor een trip down memory lane

Door Ignace Van der Heyden

Je hebt ongetwijfeld nog heel wat herinneringen aan het Sint-Aloysiuscollege?

Thijs: “Zeker en vast! Ik heb er echt een ongelooflijk mooie tijd beleefd. Ik denk nog altijd met een warm gevoel terug aan heel wat (parascolaire) activiteiten en leerkrachten die indruk gemaakt hebben op me. Zo had ik een goede band met bijvoorbeeld Leo Lamaire, Freddy Dusselier, Rik Valcke, Bart Vanneste of Jef Van der Donckt. Bij die laatste ben ik onlangs nog langsgeweest om een gesigneerd exemplaar van mijn boek te overhandigen. We hebben fijn gebabbeld en herinneringen opgehaald van vroeger op het College.”

Nochtans, in je boek bleek dat het eerste jaar op het College allesbehalve evident was?

“Dat klopt inderdaad. Na de lagere school trokken al mijn vrienden naar Wevelgem en besloten mijn ouders (zonder mij te raadplegen trouwens) mij in te schrijven in het eerste jaar in het College in Menen dat toen net opnieuw startte met een eerste graad. Ik had het daar wel vrij lastig mee in het begin, aangezien ik sowieso al moeilijker om kan met veranderingen en dit toch een grote stap was, zeker zo zonder mijn (voetbal)vrienden uit de lagere school. Gelukkig namen toen leerkrachten als Miet Van Belle en Mark Beghein ons onder hun vleugels in het eerste jaar. Zij zorgden voor stabiliteit en met een flinke portie empathie hebben ze ons mooi door die eerste graad geloodst.”

Daarnaast bood het voetbal op school je in het begin ook nog troost?

“Die middagpauzes leken wel uren te duren en dat was het ideale moment om mijn voetbalskills verder te verfijnen op de speelplaats. Elke middag aten we zo snel mogelijk onze boterhammen op om dan de rest van de pauze te voetballen. Al was het in het begin wel wat wennen aan dat kleine Collegeballetje, maar dat was dan weer ideaal om onze techniek verder aan te scherpen.”

Je kon niet alleen goed overweg met een voetbal, ook in de scholenveldloop blonk je uit, zo lazen we in je boek. Was je een vaste klant voor het podium op die crossen?

“Ja hoor! Ik heb die jaarlijkse loopwedstrijd voor leerlingen van het College zelfs drie keer gewonnen. Ik klopte toen onder andere Frederik Van Lierde, de triatleet die later onder andere de Iron Man van Nice en Hawai zou winnen. Die crossen lagen me echt wel goed, zeker de eerste jaren. In het vierde middelbaar ging de liefde echter wat over en besloten we met een paar klasgenoten om die wedstrijd te saboteren en op ons gemak die rondjes af te haspelen. Onze LO-leerkracht, Bart Vanneste, is natuurlijk ook niet van gisteren en toen hij dit in de gaten kreeg, riep hij mij toe dat als ik niet binnen de eerste 10 zou eindigen, er een strafstudie zou volgen … Ik zette dan toch maar mijn beste beentje voor, haalde een grote groep lopers in en eindigde finaal toch nog 9de.”

Ook in het schooltoneel was je actief, zij het in een bijzondere rol…

Euh… ik speelde mee in het stuk De onverwachte bezoeker van Agatha Christie en was daardoor vrijgesteld van een heel aantal toetsen. Toen de leerkrachten echter kwamen kijken naar de voorstelling en vaststelden dat ik ‘het lijk’ speelde dat alleen de eerste 20 minuten onbeweeglijk in een rolstoel moest blijven zitten, heb ik alsnog sommige toetsen moeten inhalen.”

 

Je was trouwens net als je broers Tom en Klaas, ook nog praeses in je laatste jaar in het College. Wat weet je daar nog van?

“Ook daar heb ik niets dan goede herinneringen aan. Zo’n presidium voor de zesdejaars was/is echt een supermooi initiatief: samen met onder andere Bieke Dobbelaere en mijn beste kameraad Wannes Cappelle hebben we toen een prachtige tijd beleefd. Ook chapeau voor alle leerkrachten die telkens die activiteiten in goede banen leidden, met dan vooral een grote dank aan Jan Parmentier die ons, net als de directie trouwens, altijd volop gesteund heeft in alles. In die laatste jaren zijn toen enorm hechte vriendschappen ontstaan, die zelfs tot op de dag van vandaag nog standhouden. Dat is echt onbetaalbaar.”

Na je middelbaar ging je Romaanse Taal- en Letterkunde studeren in Leuven en Journalistiek in Louvain-la-Neuve. Van welke job droomde je toen?

“Als fervent sportliefhebber was mijn grote droom om sportjournalist te worden. Ik werkte uiteindelijk vier jaar bij Sporza, waar ik eerst mee verantwoordelijk was voor Teletekst en daarna de website sporza.be mee lanceerde. Ik merkte toen wel dat het journalistieke bestaan niet eenvoudig te combineren is met een goed gevuld sociaal en privéleven. Daarom stapte ik daarna over naar de job van eindredacteur bij Uitgeverij Averbode en nu ben ik al een tijdje aan de slag als fulltime zelfstandig redacteur, journalist en auteur. Zo schreef ik biografieën van bekende sportpersoonlijkheden, zoals Sven Nys, en boeken over tv-programma’s van de vrt, zoals Reizen Waes.”

Hoe kwam je er dan onlangs bij om een boek te schrijven over het jeugdvoetbal?

“Ik speelde daar al lang mee in mijn hoofd. Ik heb zelf drie voetballende zonen en gaandeweg kwamen al de herinneringen uit mijn eigen kindertijd terug naar boven. Van de trainers en de ploegmaats van de Wietstar in Lauwe, de interprovinciale eindrondes tegen robuuste Waalse tegenstanders tot voetballen in de vrieskou met een kousenbroek aan ... Toen mijn zoon dan ook nog eens zelf een uitnodiging kreeg om te testen bij een elite-ploeg op nationaal niveau, dook bij mij die eeuwige vraag op: wat als ik op 12-jarige leeftijd ja had gezegd op de vraag van KV Kortrijk of ik eens wilde komen testen? Ging ik dan misschien een professionele voetbalcarrière tegemoet zijn gegaan? De kans is klein, maar daar mijmer ik wel vaker over.”

Wat ook opvalt in je boek is dat er heel wat details en nauwkeurige beschrijvingen in staan, terwijl je het wel hebt over matchen en trainingen van 30 jaar geleden. Hoe weet je dat allemaal nog?

“Die vraag krijg ik geregeld. Alles wat zich in je kindertijd heeft afgespeeld, zet je veel harder vast in je hoofd, volgens mij. De eerste keer in een nieuwe kleedkamer voor je allereerste training vergeet je nooit meer, dat maakt meteen zo’n grote indruk dat je daar jaren later nog over kan vertellen. Terwijl ik me veel moeilijker iets kan herinneren van enkele maanden geleden bijvoorbeeld. Het is ook zo dat ik geprobeerd heb een uniek boek te schrijven over de pure emoties van een zorgeloos, maar soms ook nerveus voetballertje. Ik wilde het jeugdvoetbal eens van binnenuit vertellen en de lezer de indruk geven mee op het veld te staan. Mijn inspiratie hiervoor haalde ik voor een stuk uit het magistrale boek De renner van Tim Krabbé, waarin hij minutieus alle emoties en gedachten schetst die in een wielrenner opkomen tijdens een wedstrijd.”

We hebben alleszins echt genoten van de Memoires van een mislukte Messi en zullen het dan ook warm aanbevelen. We hoorden trouwens dat de verkoop ook goed draait?

“Jazeker, je kan gerust van een succes spreken. Er zijn al bijna 2000 exemplaren van verkocht, dus de 2de druk is nabij! Het boek kreeg veel media-aandacht en heeft daardoor ook zijn weg gevonden naar een breder publiek. Ik ben dus een tevreden man.”

Heel veel succes alvast nog met je boek en hopelijk tot snel eens voor een reünie op het College met je medeleerlingen en leerkrachten van toen!